Bhopal - 1) vazalstaat in het midden van EngelschIndië, behoorende tot de „Central India Agency” 17.600 K.M.2 groot. Van het N. naar het Z. behooren tot B.: een gedeelte van het basaltplateau van Malwa (± 500 M. hoog), het Oostelijk deel van het Vindhya-geb. (tot ruim 8000 M. hoog) en een deel van het dal der Narbada. B. heeft ± 1.000.000 inw.; de regeerende familie is Mohammedaansch, terwijl onder de bevolking veel Hindoes voorkomen. In de wouden van het Vindhya geb. wonen de Moenda Kolh, een kruisras van Hindoes en de oerbevolking.
Landbouw is hoofdmiddel van bestaan. Hoofdproducten zijn gierst en tarwe, verder ook opium en vlas. — 2) Hoofdstad van genoemden staat, 56.000 inw., gelegen aan de spoorlijnen Cawnpoer—Baroda en Bhopal—Itarsi, welke laatste met de hoofdlijn Allahabad—Bombay in verbinding staat. De stad is ommuurd, heeft breede, rechte straten en een vervallen fort. De eerste Radja van B. was Dost Mohammed, overl. 1723. In 1818 stelde de Radja Nasr Mohammed zich onder Engelsche protectie. Sedert diens dood hebben steeds vorstinnen (begam’s) het rijkje geregeerd. In 1857, gedurende den grooten opstand, steunde de Begam Sikandar het Engelsche gouvernement; tot belooning werd haar grondgebied vergroot.