Becker (philipp august)

betekenis & definitie

Becker (philipp august), - geb. in 1862 te Mülhausen, studeerde aan de Universiteiten van Neuchâtel, Straatsburg en Parijs, en werd in 1888 benoemd tot lector in de Fr. taal aan de Universiteit te Freiburg in Breisgau, daarna, in 1893, tot hoogleeraar in de Fr. taal- en letterkunde te Budapest, eindelijk tot hoogleeraar in de Romaansche philologie te Weenen. Hij schreef over het „vers libre” en den oorsprong der Romaansche versmaat, over Jean Lemaire en de oud-Fr. Wilhelmsage, over J. J. Rousseau en de Zuid-Fr. sagen, enz. In 1907 verscheen het eerste gedeelte („Aelteste Denkmäler, Nationale Heldendichtung”) van zijn Grundriss der altfr. Literatur, een voortreffelijke kritische studie gewijd aan de „chansons de geste” en de problemen, die ermee in verband staan. J. Bédier vermeldt in zijn „Légendes épiques” herhaaldelijk met grooten lof den waardevollen arbeid van zijn voorganger.