Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Balkanoorlogen

betekenis & definitie

Balkanoorlogen. De eerste Balkanoorlog brak 17 Oct. 1912 uit tusschen Griekenland, Servië en Boelgarije eenerzijds en Turkije anderzijds, terwijl Montenegro reeds 8 Oct. aan Turkije den oorlog had verklaard. De aanleiding tot dezen oorlog lag in de omstandigheid, dat Turkije sedert 29 Sept. 1911 in een oorlog met Italië was gewikkeld, zoodat de Balkanstaten thans de gelegenheid gunstig vonden om hunne veroveringszucht ten koste van Turkije bot te vieren. De Montenegrijnen hadden in het begin geen succes; tevergeefs bestormden zij herhaaldelijk de belangrijkste stad van Albanië, Scoetari, en den daarbij gelegen berg Tarabosch,dien de Turken hardnekkig verdedigden. De Boelgaren echter, die met hun derde leger onder bevel van generaal Dimitriew het zeer onbegaanbare Oostelijk gedeelte van het Balkangebergte overschreden hadden, grepen de Turken onverwachts bij Kirk-Kilisse aan en behaalden eene groote overwinning (23 en 24 Oct.); na eene tweede overwinning bij Loele-Boergas (28—31 Oct.) sloegen zij het beleg voor Adrianopel. De Serviërs behaalden bij Kumanowo eene schitterende overwinning (24 en 24 Oct.), waarop koning Peter 26 Oct. zijn intocht deed in de oude hoofdstad van zijn rijk, Uskub. De Grieken veroverden na verschillende voor hen gunstige gevechten 8 Nov. Saloniki; de Boelgaren kwamen hier te laat, zoodat zij maar een gedeelte der stad mochten bezetten. Nu kwam er tijdelijk een keerpunt in den strijd; de Boelgaren, die van 17—22 Nov. de laatste Turksche verdedigingslinie vóór Konstantinopel, de zoogenaamde Tsjataldsja linie, bestormden, moesten eindelijk onder groote verliezen terugtrekken. Op verzoek van den Turkschen grootvizier Kiamil Pasja werd nu een wapenstilstand van 2 maanden gesloten, gedurende welken de gevolmachtigden der Balkanstaten sedert 13 Dec. te Londen over den vrede onderhandelden; alleen Griekenland zette den oorlog voort. Een eveneens te Londen gehouden conferentie van de gezanten der groote Mogendheden proclameerde op 16 Dec. de onafhankelijkheid van Albanië. 3 Febr. eindigde de wapenstilstand; in de tweede periode van den oorlog werden de Turksche vestingen Jannina (6 Maart 1913), Adrianopel (26 Maart) en Scoetari (23 April) door de verbondenen ingenomen. 30 Mei kwam de vrede van Londen tot stand met de volgende bepalingen: het gebied van Europeesch-Turkije werd beperkt tot de lijn, die van Enos aan de Thracische Zee naar Midia aan de Zwarte Zee loopt; over Albanië en de eilanden in de Egeïsche Zee zouden de Groote Mogendheden nog nader beslissen, terwijl door een internationaal comité te Parijs de financieele kwesties geregeld zouden worden. Het aan Turkije ontnomen gebied werd onder de Balkanstaten verdeeld, maar Servië was met zijn deel niet tevreden en wilde, omdat het geen haven in Albanië gekregen had, hiervoor eene vergoeding van Boelgarije hebben. Griekenland en Montenegro kozen de zijde van Servië, en daar Boelgarije niets wilde afstaan, barstte in Juni 1913 de tweede Balkanoorlog los, waarin de Boelgaren herhaaldelijk verslagen werden; 10 Juli verklaarde ook Roemenië den oorlog aan Boelgarije, terwijl een Turksch leger, onder bevel van Enver Bey, 22 Juli weder Adrianopel bezette. Bevreesd, dat de Turken te ver zouden voortrukken, stelde Roemenië nu voor, over den vrede te onderhandelen, die dan ook 10 Augustus 1913 te Boekarest gesloten werd. Hierbij werd het volgende bepaald: Boelgarije moest aan Roemenië Silistrina en het Zuidelijk gedeelte der Dobroedsja afstaan en tevens de vestingwerken van Rustschuk, Sjoemla en Baltsjik slechten; de grens tusschen Servië en Boelgarije zou van den berg Patarika langs den heuvelrug tusschen Wardar en Stroema naar het Belesj-gebergte loopen, waar de Grieksch-Boelgaarsche grens begon, die van dit gebergte naar de uitmonding van de Mesta in de Thracische Zee liep. Bij den vrede van Konstantinopel van 29 Sept. moest Boelgarije daarenboven weder Adrianopel, Kirk-Kilisse en Iniada aan Turkije teruggeven. Het resultaat van dezen oorlog was, dat Boelgarije weer een groot deel van zijne veroveringen uit den eersten Balkanoorlog moest afstaan. De deelneming van Boelgarije aan den grooten Europeeschen oorlog kan dan ook als een onmiddellijk gevolg van de B.’en worden beschouwd.

< >