Arbeidsbeurs, plaats waar arbeidzoekende en werkgever elkander ontmoeten, bureau tot arbeidsbemiddeling. In het bijzonder bureaux van dien aard, welke belangeloos worden gehouden. Naarmate de band tusschen den arbeider en den werkgever losser is geworden, is de behoefte aan eene goede arbeidsbemiddeling toegenomen. Ook bewijst zij goede diensten door den arbeidschuwe de uitvlucht, dat geen arbeid voor hem te vinden is, in vele gevallen te ontnemen.
Arbeidsbemiddeling kan geschieden door personen, die daarvan hun beroep maken (men denke aan bodenbesteedsters en huurbazen), door bureaux, van werkgevers of werknemers en door bureaux opgericht, en in stand gehouden door buiten de belanghebbenden staanden: arbeidsbeurzen in engeren zin. De eerste arbeidsbeurzen van dien aard hier te lande werden door particulieren opgericht, maar spoedig werd dit arbeidsveld ook door gemeenten betreden, zoodat thans de meeste groote steden gemeentelijke arbeidsbeurzen bezitten. Het aantal arbeidsbeurzen hier te lande bedroeg in de jaren 1907—1913 resp. 17,17, 24, 24, 20, 27, 26; thans (1915) is het tot 31 gestegen. In 1908 werd de Vereen, van Ned. Arbeidsbeurzen te ’s-Gravenhage opgericht, ten einde intercommunale samenwerking te verkrijgen; daardoor toch kan een tekort aan arbeidskrachten hier door een teveel elders worden aangevuld. Met het oog op de veelal groote vraag naar arbeidskrachten in het Duitsche industriegebied, werd een Nederl. arbeidsbeurs gevestigd te Homberg, later overgeplaatst naar Oberhausen. — Voor de Ver. v. Ned.
Arb. b. kreeg de Haagsche arbeidsbeurs de taak van Centrale Arbeidsb. te vervullen. Oct. 1914 werd deze taak met het oog op de buitengew. omstandigheden door een tijdelijke Rijksinstelling overgenomen. Getracht zal thans worden tot een krachtige intercommunale organisatie te komen; in plaatsen, waar geen arbeidsbeurzen bestaan of worden opgericht, zullen correspondentschappen in de arbeidsbemiddeling voorzien. De gemeentelijke arbeidsbeurzen worden veelal bestuurd door eene commissie, welke naar het pariteitsbeginsel wordt benoemd; d.w.z. zij bevat een gelijk aantal leden uit den arbeiders- en uit den werkgeversstand, veelal met een buiten beide staanden voorzitter. Hot dagelijksch werk geschiedt door eenen directeur, bijgestaan door het noodige personeel.