Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Antiochus

betekenis & definitie

Antiochus - Dertien koningen van Syrië van de dynastie der Seleuciden, voerden dezen naam.

1) Antiochus I, Sotèr, zoon van Seleucus Nicator, regeerde van 281 tot 261 v. C. Wegens onlusten in Azië, sloot A. met Ptolemaeus Ceraunus, den moordenaar zijns vaders, vrede; daarna voerde hij oorlog tegen Eumenes I van Pergamus en de in Azië binnengedrongen Galliërs. In een nieuwen oorlog sneuvelde hij, 261 v. C. — 2) Antiochus II Theos, regeerde van 261 tot 241 v. C. Hij voerde met Ptolemaeus Philadelphus van Egypte, een ongelukkigen oorlog dien hij beeindigde door zijne vrouw Laodice te verstooten en Ptolemaeus’ dochter, Berenice, te huwen, 250 v. C.; toen echter Ptolemaeus in 248 gestorven was en Laodice teruggeroepen werd, liet deze eerst Antiochus en vervolgens Berenice met haar kind om het leven brengen. — 3) Antiochus Hierax, jongere broeder van Seleucus Callinicus, verkreeg 14 jaren oud als stadhouder van zijn broeder Voor-Azië tot aan den Taurus. Maar spoedig streefde hij naar de heerschappij over het Syrische rijk, moest echter de vlucht nemen en werd ten slotte vermoord. — 4) Antiochus III de Groote, tweede zoon van Seleucus Callinicus, regeerde van 224-187. Hij zocht aan Ptolemaeus Philopator van Egypte, Phoenicië en Coelesyrië te ontrukken, verloor echter den slag bij Raphia, 217 v. C., en sloot spoedig daarna vrede. Daarop oorloogde hij tegen de Parthen en Bactriërs, in 212, en ondernam een tocht naar Indië. Nadat Ptolemaeus Philopator (204) door zijn zoon Ptolemaeus Epiphanes, een knaap van 5 jaren, was opgevolgd, veroverde Antiochus Palaestina en Phoenicië. Daarop geraakte hij echter in moeilijkheden met de Romeinen, die in 192 v. C. tot een oorlog voerden. A. stak met een leger naar Griekenland over, nam eenige steden en bracht den winter op Euboea door, hoewel Hannibal, die bij hem een toevlucht gevonden had, hem den raad gaf den oorlog naar Italië over te brengen.

In het voorjaar van 191 werd hij bij Thermopylae door Acilius Glabrio geslagen. Ook zijn vloot leed verscheidene nederlagen, en in 190 leed hij een groote nederlaag bij Magnesia. Bij den vrede van 189 moest hij Voor-Azië tot aan den Taurus afstaan, zijne oorlogschepen en olifanten uitleveren, 15000 talenten in 12 jaren betalen en gijzelaars stellen. Bij een inval in het land der Elymaeërs plunderde hij den tempel van Zeus, doch werd daarbij door de verbitterde inwoners gedood, in 187 v. C. — 5) Antiochus IV Epiphanes, regeerde van 174 tot 164 v. C. Nadat Seleucus door zijn minister Heliodorus, die zelf naar de regeering stond, vermoord was, maakte Antiochus zich van den troon meester. Hij ondernam krijgstochten tegen Egypte, moest zich echter in 168 terugtrekken, toen hem de Romeinsche gezant Popilius Laenas in naam van den senaat met den oorlog bedreigde. Groot bewonderaar der Grieksche beschaving, zocht hij deze in zijn rijk overal tot heerschappij te brengen, stiet daarbij echter op den tegenstand der Joden onder de leiding der Makkabeeën. Even ongelukkig liep een veldtocht tegen het Oosten af, op welken hij te Tabae in Perzië in het jaar 163 stierf. — 6) Antiochus V Eupator, was bij zijns vaders dood nog een kind en werd op den troon geplaatst door den veldheer Lysias.

Reeds in 162 kwam Demetrius uit Rome en liet beiden in 161 ter dood brengen. — 7) Antiochus VI Theo, zoon van Alexander Balas, werd 145 v. C. tegenover Demetrius Nicator door Diodotus Trijphon als koning erkend, doch spoedig daarop door dezen omgebracht. — 8) Antiochus VII Sidetus zoon van Demetrius Sotèr, verdreef den overweldiger Tryphon, 138 v. C., en sneuvelde in een slag tegen de Parthen in 120 v. Chr, — 9) Antiochus VII Grypus, zoon van Demetrius Nicator, heerschte over een deel van Syrië, overwon zijn mededinger Alexander Zabinas, maar moest 113 v. C. wijken voor zijn halfbroeder Antiochus Cyzicenus, hervatte echter 11 v. C. den strijd en werd in 96 v. C., vermoord. — 10) Antiochus IX Cyzicenus, zoon van A. Sidetes, sneuvelde in 95 v. C. in een slag tegen Seleucus Epiphanes. — 11) Antiochus X Pius, overwon Seleucus Epiphanes, onderdrukte den opstand, verwekt door diens broeders Antiochus Philadelphus en Philippus, zonen van Ant. Grypus, versloeg beiden aan de Orontes, doch sneuvelde zelf tegen de Parthen. 93 of 92 v. C. — 12) Antiochus XI Philadelphus, mededinger en tegenkoning van den vorige, verdronk, na den ongelukkigen slag aan de Orontes, op zijn vlucht in de rivier, 94 v. C. — 13) Antiochus XII, zoon van Ant. Grypus, regeerde van 87 tot 84 v. C., vatte de wapens op tegen Philippus (z. Antiochus X), doch sneuvelde in een strijd tegen de Nabateërs. — 14) Antiochus XIII Asiaticus, zoon van Antiochus X, werd gedurende zijn verblijf te Rome door den senaat als koning van Syrië erkend, werd ook door Lucullus in het jaar 68 v. C., na het overwinnen van Tigranes van Armenië, die Syrië aan zich onderworpen had, op den troon bevestigd, doch reeds in 64 door Pompejus weder onttroond. Hij was de laatste koning uit het geslacht der Seleuciden. Litteratuur, zie SELEUCIDEN.

< >