Eumenes - 1) uit Cardia, een Gr. stad in Thracië, geb. 363 v. C. Hij kwam op 20-jarigen leeftijd aan het hof van koning Philippus van Macedonië en was tot aan diens dood in 336 zijn geheimschrijver. Eenzelfde aanzien genoot hij bij Alexander d. Gr. die zijne bekwaamheden, trouw en geschiktheid naar waarde wist te schatten. Hoezeer Alexander hem hoogachtte, bewees hij bij de groote bruiloft te Susa, waarop hij hem met eene zuster zijner eigen Perzische vrouw in het huwelijk vereenigde.
Eerst na Alexanders dood ontwikkelde hij ook als veldheer schitterende talenten, toen een grenzenlooze verwarring over het met moeite veroverde en nu van zijn hoofd beroofde rijk dreigde los te barsten. Hij werd landvoogd van Cappadocië, Paphlagonië en Pontus en in verbond met Perdiccas stond hij voor de rechten der wettige troonopvolgers jaren lang met moed en beleid in Klein-Azië tegen Antipāter en Cratērus en na den dood van Perdiccas alléén tegen den machtigen Antigōnus pal, totdat hij door de trouwelooze Argyraspiden aan hem uitgeleverd en ter dood gebracht werd in 316 v. C. Wij bezitten zijn levensbeschrijving door Plutarchus.
2) Eumenes I, koning van Pergamum, 263—241, vergrootte zijn rijk, overwon Antiochus I (Soter) in een slag bij Sardes en was een beschermer van kunsten en wetenschappen.
3) Eumenes II, koning van Pergamum, zoon van Attalus I, regeerde van 197—159 v. C. en was een trouw vriend der Romeinen. Aan deze vriendschap had hij aanmerkelijke vergrootingen van zijn rijk te danken. Hij nam deel aan het ten onderbrengen van den tiran Nabis van Sparta, 195 v. C., ondersteunde Rome in den oorlog tegen Antiochus den Gr. van Syrië, en later tegen Perseus; hij beoorloogde Prusias van Bithynië, Pharnaces van Pontus en de Rhodiërs, was een begunstiger van kunsten en wetenschappen en trok geleerden en dichters naar zijn hof.