Adrianopel - (In het Turksch Edirneh, in het Bulgaarsch Odrin), stad in Europeesch-Turkije, hoofdstad van het vilajet Edirneh, op zeven heuvels gebouwd aan weerszijden van de Toendsja, nabij hare samenvloeiing met de Maritza, tegenover de uitmonding van de Arda, 200 K.M. ten N.W. van Constantinopel, aan de spoorlijn Constantinopel-Adrianopel-Sofia. Haar ligging is heerlijk, waarmede echter de stad zelf een treurig contrast vormt, want zij bestaat slechts uit een doolhof van nauwe, kromme, slecht geplaveide en onzindelijke straten. Zij heeft een levendigen handel in opium, rozenolie, leder en zijde, door de inw. vervaardigd. De stad telde in 1860 100.000, nu ruim 80.000 inwoners, waarvan 24.000 Mohammedanen en de rest Grieken, Bulgaren, Armeniërs en Joden.
Zij bevat de prachtige moskee van Selim II, terwijl zich hier ook de graven der sultans bevinden, die in A. resideerden (1366-1453), voordat Constantinopel hoofdstad werd. — In 378 werd nabij A. Keizer Valens door de West-Goten verslagen; in 922 veroverden de Bulgaren de stad. Van 1204-1261 was A. de residentie der Byzantijnsche keizers. In 1361 werd A. door Sultan Moerad I veroverd en bleef tot aan de verovering van Constantinopel (1453) de zetel der Turksche heerschers. Den 20sten Augustus 1829 werd de stad door de Russen onder Diebitsj veroverd en op 14 September van dat jaar kwam hier de vrede tusschen Rusland en de Porte tot stand. In den Krimoorlog werd A. door de Franschen bezet en in den Russisch-Turkschen oorlog van 1877/’78 gelukte het den Russen het leger van Soeleiman Pasja af te snijden en de stad, zonder tegenstand te ondervinden, in bezit te nemen; op 31 Januari 1878 werd hier een wapenstilstand tusschen de Russen en Turken gesloten. In vroegere tijden was de stad door een muur met 12 poorten en een citadel omgeven, waarvan thans op sommige plaatsen nog overblijfselen te vinden zijn. In het laatst van de 19de eeuw vatten de Turken het plan op om bezuiden de grens van Oost-Rumelië een grooten vesting-vierhoek te bouwen, waarvan Adrianopel één der hoekpunten zou vormen. Van dit plan is niets gekomen.
Adrianopel zelf echter, gelegen aan de samenvloeiing van drie rivieren en aan den grooten spoorweg Constantinopel-Sofia-Belgrado, heeft, hoewel de stad na den Russisch-Turkschen oorlog van 1877/’78 sterk was achteruitgegaan, voor de Turken eene zoodanig groote historische, politieke, commercieele en strategische beteekenis, dat zij zich veel moeite en kosten getroost hebben om de stad in te richten tot eene kringvesting van 35 K.M. omtrek. In de Balkan-oorlogen 1912/’13 speelde deze vesting dan ook eene voorname rol en is van grooten invloed geweest op het verloop der operatiën. Op 18 October 1912 rukten drie Bulgaarsche legers Thracië binnen. Terwijl op 22 en 23 October de slag bij Petra-Kirkkilisse geleverd werd tusschen de Turksche hoofdmacht onder Abdoellah Pasja en het Bulgaarsche 1e Leger, welke slag met een paniekachtigen terugtocht der Turken eindigde, was den 22en October het 2e Bulgaarsche Leger onder den Luitenant-Generaal Iwanov begonnen de vesting Adrianopel in het W. en N. in te sluiten. Na den slag tusschen de beide hoofdlegers in de lijn Lüle -Burgas-Wisa (29 en 30 October), welke eveneens voor de Turken een noodlottigen afloop had, en nadat de Serviërs in Macedonië bij Kumanovo de overwinning op de Turken hadden behaald, konden de Bulgaren, versterkt door Servische troepen, meer troepen voor de belegering van Adrianopel afzonderen en werd de vesting geheel ingesloten. Bij het sluiten van den wapenstilstand op 4 December was het den Bulgaren en Serviërs echter nog niet gelukt de vesting te nemen.
Dit was van grooten invloed op de operatiën in Thracië, omdat de vesting nog steeds den spoorweg Mustafa Pasja-Tsjorlu versperde, waardoor de Bulgaren, wier hoofdleger inmiddels tot de Tsjataldsja-linie was doorgedrongen, groote moeilijkheden ten aanzien van de verpleging en aanvulling hunner voorraden ondervonden. Den 3en Februari 1913 werd de wapenstilstand opgeheven. Eerst op 24, 25 en 26 Maart werd het O.front van de vesting A. krachtig bestormd en door de Bulgaren en Serviërs genomen. Tijdens den tweeden Balkanoorlog in Juli 1913, waarin de Turken met de Grieken en Serviërs tegen de Bulgaren streden, moesten deze laatsten, die de handen vol hadden aan den strijd op het hoofdoperatietooneel, de vesting weder zonder slag of stoot aan de Turken prijs geven. Na den vrede van Boekarest (10 Augustus 1913) bleef Adrianopel tot Turkije behooren.