Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zweetklier

betekenis & definitie

v./m., in de huid gelegen klier, die naar buiten toe vrij uitmondt en zweet produceert en afscheidt.

(e) Bij de mens onderscheidt men eccriene en apocriene zweetklieren. De eccriene zweetklieren komen vrijwel over het gehele lichaam voor. Zij zijn met hun (sterk gekronkeld) secreetproducerend gedeelte gelegen in de lederhuid en monden aan de vrije oppervlakte van de huid uit. Het zijn onvertakte kliertjes. De term eccriene secretie duidt aan dat er bij de afscheiding van het waterige secreet geen microscopische verandering van de kliercellen is waar te nemen. De apocriene zweetklieren komen voor in de oksels, op en om de vrouwelijke geslachtsorganen, op en om de tepelhof en rond de anus.

Deze klieren beginnen pas goed te functioneren in de puberteit en hun functie neemt af aan het einde van de geslachtsrijpe periode. Deze klieren zijn wel vertakt en monden uit op haarfollikels. Het secreet is dikker dan bij de eccriene zweetklieren en bevat o.a. reukstoffen. Het microscopisch beeld van een actieve apocriene kliercel suggereert dat een deel van de cel wordt afgestoten.

< >