Chinese stad in de prov. Kwangtoeng, 300000 inw.
De stad ligt aan de monding van de Han, in een vruchtbare vlakte waar twee oogsten per jaar mogelijk zijn. Grote haven; industrie. Swazi, (mv. Amaswazï), een Bantoevolk in Swaziland en in de Republiek Zuid-Afrika. De Swazi noemen zichzelf Emaswati, oorspronkelijk ook Dlamini. Zij zijn een samensmelting van Ngoenien Sothoclans, die in de 18e eeuw door een Ngoenivorst tot een politieke eenheid gevormd werden.
De voor de Ngoeni zo kenmerkende centrale macht van de koning komt ook bij de Swazi voor. Daarnaast echter is de invloed van de moeder van de koning zeer groot. In de overigens patrilineair georganiseerde Swazi-maatschappij is de positie van de gehuwde vrouw een zeer bevoorrechte. De Swazi leven nog grotendeels in de traditionele verhoudingen van landbouw (maïs, sorghum, bonen) en veeteelt. Ondanks missionaire activiteiten praktizeren de Swazi nog hun eigen religie, m.n. een cultus van voorouders en van de natuur. Een groot aantal Swazi werkt thans in de industrie van de Republiek Zuid-Afrika.
Hun totale aantal bedraagt ruim 500000. Zij spreken een Bantoetaal die tot het →Ngoeni behoort.LITT. H.Kuper, An African aristocracy; rank among the Swazi (1947); H.Kuper, The Swazi (1963).