(Ngwame), koninkrijk in zuidelijk Afrika, begrensd door Zuid-Afrika en Mozambique, 17400 km2, 527800 inw. Hoofdstad: Mbabane.
FYSISCHE GESTELDHEID. Van het High Veld (1050—1200 m) in het westen daalt het land trapsgewijs in oostelijke richting naar het Middle Veld (gemiddelde hoogte 450-600 m) en vervolgens naar het Low Veld (150—300 m). Oostelijk van het Low Veld ligt de Lemombo Range (450—825 m) als een golvend plateau. Afwatering geschiedt door vier rivieren, die oost-west door deze gebieden stromen: de Komati, de Umbeluzi, de Great Usutu en de Ngwavuma.De lager gelegen gebieden in het oosten hebben hogere temperatuur en minder neerslag dan het High Veld (1150 mm/jaar); in de Lemombo Range neemt de neerslag weer toe (850 mm). De hoger gelegen delen zijn bedekt met grasland; de lagere delen zijn droge savannen.
BEVOLKING. De bevolking bestaat voor 90 % uit Swazi (tak van de Ngoeni); 6 % behoort tot de Zoeloe, Tonga en Shangaan; 2 % is Europeaan, 2 % Eurafrikaan. Er zijn 33200 Absentees (personen die in het buitenland werken). Swaziland kent geen apartheid.
Taal. De handelstaal is Engels; verder Si-Swati (ook wel Siswati).
Godsdienst. Ca. 40 % van de bevolking belijdt een natuurgodsdienst, de rest is m.n. christen. Communicatie. Times of Swaziland is het enige dagblad. Het land heeft één televisiezender (1978). Er zijn ca. 52000 radiotoestellen.
ECONOMIE. Landbouw en veeteelt. Veeteelt is het traditionele middel van bestaan van de Swazi. De veestapel omvat 621000 runderen, 261000 geiten, 34600 schapen, 14000 ezels. Het rendement is laag, o.a. door overbeweiding en gebrek aan kennis en kapitaal.
Er komt een verschuiving op gang naar de verbouw van gewassen. Er is bevolkingsen plantagelandbouw. De plantages zijn overwegend in handen van Europeanen: voornamelijk suikerriet, verder maïs, citrusvruchten, ananas, thee, katoen, rijst, bananen, tabak. Irrigatie vindt alleen op de plantages plaats.
Bosbouw. Met behulp van de Commonwealth Development Corporation zijn meer dan 100000 ha met naaldbomen bebost. Jaarlijkse pulpproduktie 130000 t (m.n. export). Goedgegun heeft een moderne houtzagerij.
Energie. De industriegebieden in de streek Manzini-Mbabane-Ngwenya worden door de hydroelektrische centrale bij Edwaleni van energie voorzien.
Mijnbouw. Door uitputting van de reserves en sluiting van de mijnen loopt het aandeel in het bruto nationaal produkt terug. De asbestvoorraden zijn bijna uitgeput. De regering gaat de kolenproduktie opvoeren, hetgeen met de verwachte diamantproduktie bij Ehlanië en Dokolwayo de uitvoer van ijzererts en asbest moet vervangen.
Industrie. Door gunstig investeringsklimaat groeit de industrie: kartonnage, cement, textiel, kleurentelevisieassemblage, spijsolie, kunstmest, landbouwtractoren, houtpulp, bierbrouwerij, suikerraffinaderij . Handel. Voornaamste uitvoerprodukten zijn suiker (54 %), houtpulp en houtstof (9,4 %), ijzererts (9,0 %). Voornaamste invoerprodukten zijn machines en transportmiddelen (22,8 %), industriële eindprodukten (9,5 %), minerale brandstoffen en smeermiddelen (9,7 %), chemische produkten (8,8 %), voedingsmiddelen (8,5 %).
Verkeer. Van het 2570 km lange wegennet is 200 km geasfalteerd. De voornaamste produktiegebieden zijn verbonden met Zuid-Afrika en met Mozambique (haven Maputo). Er is een west-oost spoorlijn (220 km) voor goederenvervoer, die aansluit op het net van Mozambique; er is sinds 1978 ook een aansluiting op het Zuidafrikaanse net.
Toerisme. Het toerisme neemt toe; de voornaamste attracties zijn het natuurschoon en de wildparken. STAATSINRICHTING. Bestuur. Staatshoofd is koning Sobhoeza II. (absolute monarchie). Rechtspraak.
De rechtspraak omvat nationaal recht en Swazirecht. Dit laatste heeft geen zeggenschap over de blanken in het land. Munt. De munteenheid is sinds 1974 de lilingeni (mv. emalangeni: E), verdeeld in 100 cent. De waarde is gelijk aan de rand, die ook als wettig betaalmiddel wordt geaccepteerd. De koers was op 1. 1.1980: 100 E = f239,65 = BF 3424.
Onderwijs. In Luyengo is een landbouwhogeschool, in Mbabane technisch beroepsonderwijs. Er zijn twee onderwijzersopleidingen in Manzini. In 1975 richtten Botswana en Swaziland een gezamenlijke universiteit op. Het percentage analfabeten is nog hoog ten gevolge van langdurige verwaarlozing van het onderwijs. Het onderwijs aan volwassenen brengt verbetering.
Defensie. In mrt. 1973 werd aangekondigd dat Swaziland een legermacht zou formeren van 600 man. Er zijn enige paramilitaire eenheden. GESCHIEDENIS. De Swazi (oorspronkelijk Dlamini) vestigden zich in de 19e eeuw onder koning Sobhoeza I in Swaziland. Ze brachten de verdeelde koninkrijken in het gebied onder hun invloed. Ca. 1836 werden de naburige Zoeloes verplicht het Swazigebied te verlaten.
In 1839 volgde Mswati Sobhoeza op. Hij versterkte het rijk en verhoogde het aantal stamleden van de Dlamini door huwelijken met leden van naburige clans; deze werden aldus geïntegreerd en het geheel van deze bevolkingsgroep werd ‘het volk van Mswati’ genoemd. In 1840 deed Mswati een beroep op de Engelse agent in Natal om hulp tegen de Zoeloes. Op 27.2.1884 legde de Conventie van Londen het Swazigebied vast; het bleef onder Zuidafrikaans-Transvaals gezag. Sinds 1906 vormde Swaziland te zamen met Basoetoland en Botswanaland een Brits protectoraat in ZuidAfrika. In 1967 kreeg Swaziland intern zelfbestuur; op 6.9.1968 werd het onafhankelijk.
De regerende vorst is de in 1921 geïnstalleerde Sobhoeza II, die ook na de onafhankelijkheid de teugels in handen bleef houden. In april 1973 gaf het parlement de koning toestemming om per decreet te regeren. De grondwet en de politieke partijen werden afgeschaft. In 1977 kondigde de koning de afschaffing aan van het parlementair systeem, dat vervangen moest worden door traditionele, tribale gemeenschappen. Politiek en economisch is Swaziland sterk afhankelijk van Zuid-Afrika. Door zijn anti-apartheidsstandpunt is de relatie met Zuid-Afrika echter vrij gespannen.
Met de invoering van een eigen munt (1974) poogde Swaziland zich van de knellende monetaire banden met het buurland te bevrijden. Ook de vluchtelingenkwestie vormt een bedreiging voor de goede verstandhouding. Zuidafrikaanse vluchtelingen worden tot in Swaziland achtervolgd en daar zelfs gevangengenomen. Sobhoeza probeert te voorkomen dat Swaziland een basis wordt voor aanvallen op Zuid-Afrika. Binnen de Organisatie van Afrikaanse Eenheid is Swaziland voorstander van de dialoog met Zuid-Afrika. LITT. D.Barker, Swaziland (1965); C.P.Potholm, Swaziland (1972).