Johannes, Ned. predikant, *10(of 11).8.1708 Harlingen, ♰8.1.1790 Harlingen. Stinstra studeerde te Franeker en werd in 1734 tot predikant benoemd in zijn geboorteplaats.
Hij was als doopsgezinde betrokken bij de conflicten tussen de Staten van Friesland en de Friesche Doopsgezinde Sociëteit over de invloed van de overheid bij benoemingen van predikanten (1738—40). Naar aanleiding van De natuure en gesteldheid van Christus koningrijk, onderdaanen, kerke en godsdienst af geschetst in vijf predicaten (1741) werd hij van socinianisme beschuldigd en uit het predikambt geschorst (174257). Hij vertaalde S.Richardsons briefroman Clarissa or the history of a young lady (1748) in het Nederlands. Mede door de vier voorwoorden die Stinstra schreef, is zijn Clarissa-vertaling belangrijk voor de geschiedenis van de Ned. roman.LITT. W.C.Slattery, The Richardson-Stinstra correspondence (1969).