m. (mv.), Accipitridae, een vogelfamilie, behorend tot de orde valkachtigen, met 218 soorten inheems in alle werelddelen behalve het Zuidpoolgebied.
(e) Binnen de sperwerachtigen onderscheidt men 9 onderfamilies: de wespendieven (Perninae; met 12 soorten; ➝wespendief), de vleermuishaviken (Machaeramphinae; met 1 soort, de vleermuishavik, Machaeramphus alcinus, in tropisch Afrika en het Verre Oosten), de witstaartwouwen (Elaninae; met 6 soorten; de grijze wouw, Elanus caeruleus, komt
o.a. in Spanje en Portugal voor), de wouwen (Milvinae; met 22 soorten; ➝moeraswouw of slakkenhavik, ➝wouw of milaan, ➝zeearend), de gieren van de oude wereld (Aegypinae; met 15 soorten; ➝gieren, ➝lammergier, ➝monniksgier), de slangenarenden (Circaetinae; met 12 soorten; ➝bateleur, ➝slangenarend), de kaalkophaviken (Polyboroidinae; met 3 soorten in tropisch Afrika en Madagascar), de kiekendieven (Circinae; met 10 soorten; ➝kiekendief) en de sperwers (Accipitrinae; met 137 soorten; ➝arenden, ➝buizerd, ➝harpij, ➝havik, ruigpootbuizerd, ➝sperwer, ➝steenarend).
Deze familie omvat sterk in grootte variërende vogels. De vrouwtjes zijn in het algemeen duidelijk groter dan de mannetjes en zijn bovendien meestal minder opvallend getekend en bruiner van kleur. Evenals de overige valkachtigen hebben zij een haaksnavel, waarvan de basis met een washuid is bedekt. De meeste soorten broeden in bomen; sommige soorten bouwen het nest niet zelf, maar nemen het van andere vogels over. De grotere soorten kunnen jaren achtereen naar hetzelfde nest terugkeren; vaak is dit een enorm bouwsel. De grote soorten leggen 1—2 eieren, de kleinere 3—5 of zelfs meer. Bij sommige soorten is de broedperiode zo lang, dat zij niet elk jaar tot broeden komen.
LITT. M.Bijleveld, Birds of prey in Europe (1974).
