v./m. (-bonen), (ook: herenboon, prinsessenboon, slaboon, suikerboon), groente behorend tot de soort Phaseolus vulgaris.
(e) Men onderscheidt stam- en stoksperziebonen. Het laatste type wordt weinig meer geteeld, evenals het type enkele sperzieboon, zo genoemd naar de platte, weinig vlezige peul. Het Ned. areaal omvatte in 1977 6371 ha. In België bedroeg het areaal in 1977 2941 ha, waarvan 2854 ha bestemd was voor de conservenindustrie.