Frans beeldend kunstenaar, *6.9.1912 Kalocsa (Hongarije). Schoeffer kreeg zijn opleiding aan de academies te Boedapest en Parijs.
De betekenis van Schoeffer ligt in zijn onderzoek naar de drieëenheid ruimte–licht–tijd. In de eerste fase hield hij zich bezig met het element ruimte en maakte opengewerkte rechthoekige constructies van dunne metalen buizen en platen (‘spacio-dynamisme’). Omdat de stalen sculpturen de verschillende kleuren licht reflecteren (‘lumino-dynamisme’) maakte hij van licht gebruik als ware het een materiaal. De derde factor, tijd, voegt hij hieraan toe door snelheden te programmeren. De constructies draaien rond, soms ook hun onderdelen; zij weerspiegelen licht en werpen schaduwen (‘chronodynamisme’), b.v. de Spacio-dynamische toren te Luik (1961), een cybernetische sculptuur die bij verandering van licht, geluid, temperatuur en vochtigheidsgraad draait en geluiden en lichteffecten produceert. Schoeffer werkte deze principes verder uit op environments en stedebouwkundige ontwerpen (La ville cybernétique 1969).LITT. G.Habasque en J.Cassou, N.Schoeffer (1963); Cat. tent. Schoeffer, Stedelijk Museum, Amsterdam (1964); P.Sers, Entretiens avec N. Schoeffer (1971).
