de held van de grootste hoofse roman van Wolfram von Eschenbach. Het werk omvat 16 boeken, waarvan in 1204 de eerste tot en met de zesde voltooid waren.
Als bron bediende hij zich daarbij van een veelvuldig aangenomen opvatting van de Oudfranse Perceval van Chrétien de Troyes, al wordt dit op goede gronden door sommigen bestreden. Bij Wolfram is de historie uitgebreider. Die toevoegsels stammen niet alle van hemzelf, doch uit een onbekende bron, want zij komen ten dele ook voor in een Keltisch verhaal in de bundel van de Mabinogion waar de held Peredur heet, en dat berusten moet op een oudere (Keltische of Anglo-Normandische) versie, waaraan ook Chrétien zijn stof ontleende. Daar is echter nog geen sprake van de graal. Al staat de juiste verhouding van de teksten niet vast, in laatste instantie gaan zij alle op eenzelfde origineel terug, en dat zal waarschijnlijk een Keltisch verhaal geweest zijn, waarin de sage van Parzival en die van de graal nog niet verenigd waren.
LITT. B.Mergell, Wolfram von Eschenbach und seine franz. Quellen II (1943); J.P.Wapnewski, Wolframs Parzival (1955); R.S.Loomis, Arthurian tradition and Chrétien de Troyes (1959); J.Bumke, Die Wolfram von Eschenbach Forschung seit 1945 (1970); H.Kratz, Wolfram von Eschenbach’s Parzival (1973).