(ook: Tadmor), Syrische stad ten oosten [van Homs, 13000 inw. Geschiedenis.
Vermoedelijk was Palmyra reeds vroeg een belangrijke handelsplaats, omdat de karavanen uit de Eufraatlanden op hun weg naar Syrië en het Middellandse-Zeegebied Palmyra aandeden.Reeds in de Oudassyrische teksten uit Kültepe (Klein-Azië) en in de Oudbabylonische Mariteksten wordt Palmyra vermeld als Jadmur of Jadmer. De Romeinse veldheer M. Antonius maakte in 34 v. C. van Palmyra, dat toen onder deze naam bekend werd, een republiek onder Romeins protectoraat. De stad bloeide in de 2e-3e eeuw, m.n. toen Palmyra een vorstendom was onder Odainathos, die de Romeinen belangrijke diensten bewees in de oorlog tegen de Perzen (252-264). Hij werd in 267 vermoord.
Zijn vrouw Zenobia regeerde toen namens haar minderjarige zoon Vaballathus. De Romeinse keizer Aurelianus verwoestte Palmyra (272). De stad was sindsdien een onbeduidende grensvesting. Van Palmyra zijn imposante resten bewaard. Opgravingen, waarbij sinds 1974 Polen en Nederlanders samenwerken, leverden al een schat aan gegevens over o.a. de religie, militaire zaken en cultuur.
LITT. K.Michalovsky, Palmyra (1970); M.A.R. Colledge, The art of Palmyra (1975).
