m., (ook: palmpasen), zondag vóór Pasen, waarop de palmtakken in rooms-katholieke kerken gewijd en rondgedeeld worden, ter herinnering aan de intocht van Jezus in Jeruzalem (Matt. 21,1-9).
In de rooms-katholieke liturgie houdt men een palmprocessie, die besloten wordt met de eucharistie. Op palmzondag wordt het passieverhaal naar Mattheüs gelezen. De palmplechtigheid stamt uit Jeruzalem en is in veel christelijke liturgieën opgenomen. Haar feestelijke sfeer wijkt af van die van de mis, die vooral op het lijden van Christus is gericht. goede week.
In het protestantisme werd het sinds de 19e eeuw traditie op palmzondag catechisanten te ‘bevestigen’, die dan op Goede Vrijdag aan het Avondmaal deelnamen. Nu het Avondmaal vaker wordt gevierd, gebeurt de bevestiging ook op andere zondagen.
