Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

oxaalzuur

betekenis & definitie

o., (ook; zuringzuur), een dicarbonzuur, nl. HOOC-COOH.

Oxaalzuur vormt kleurloze kristallen met twee moleculen kristalwater (smeltpunt 189 °C). Het watervrije oxaalzuur smelt bij 101 °C. De zouten van oxaalzuur heten oxalaten. In 1784 werd oxaalzuur als zout door C.W.Scheele (*1742, ♱1786) geïsoleerd uit plantaardig materiaal: Oxalisen Rumexsoorten bevatten zuur kaliumoxalaat. Calciumoxalaat komt o.a. voor in varens, korstmossen en algen.

Oxaalzuur ontstaat door hydrolyse van dicyaan (N=C-C=N). Op technische schaal wordt het natriumzout van oxaalzuur bereid door verhitting van natriumformiaat (HCOONa) op 360 °C (waarbij uit de smeltende massa waterstof ontwijkt).

Natriumoxalaat wordt ook gevormd door koolmonoxide in geconcentreerde natronloog te leiden.

Oxaalzuur ontstaat vaak als afbraakprodukt bij de oxidatie van organische verbindingen met salpeterzuur. Oxaalzuur is een reductiemiddel en wordt daarom in de oxidimetrie toegepast. Het vindt in de chemische industrie uitgebreide toepassing voor de bereiding van verschillende preparaten en kleurstoffen, in de ververij en katoendrukkerij als beits, verder voor het zacht maken van leer, het bleken van stro, voor de bereiding van sommige kunstharsen en kunstzijde en voor de fabricage van oplosbare stijfsel. Oxaalzuur wordt ook gebruikt voor het verwijderen van roest uit radiatoren en van roestvlekken uit wasgoed. Het is giftig: oxaalzuurvergiftiging.

< >