Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-06-2020

ondervoeding

betekenis & definitie

v., toestand waarin het lichaam verkeert bij onvoldoende voeding: aan – lijden.

(e) Ondervoeding ontstaat niet alleen wanneer men onvoldoende voedsel tot zich neemt (hongersnood, bepaalde psychotische patiënten), maar ook bij ziekten van het spijsverteringskanaal, bij resorptiestoornissen in de darm (→spruw); bij ernstige ziekten (vooral chronische: leverziekten, nierziekten) en ernstige (sub)acute ziekten kunnen patiënten broodmager aan hun periode van herstel beginnen. Het lichaam kan zich gedurende geruime tijd aanpassen aan de ondervoeding. Nadat de reserves zijn uitgeput (het equivalent van gemiddeld ca. 75.000 cal of 314.000 joule) gaat het lichaam zijn eigen eiwitten voor consumptie gebruiken. Het eiwitverlies leidt tot verlaging van de colloïd-osmotische druk van het bloed en op deze wijze tot hongeroedeem (→oedeem). Het watergehalte van de weefsels neemt toe: het lichaamsgewicht zegt dus niets meer over de mate van ondervoeding. De samenstelling van het centrale zenuwstelsel blijft veruit het langst onaangetast.

Het hart wordt kleiner. In gevallen van ernstige ondervoeding wordt de darmwand zo dun dat voedseltoediening via de mond levensgevaarlijk is. Sommige veranderingen zijn onomkeerbaar, o.a. de vermindering in gewicht (en dus later in functie) van het hart. Sterke ondervoeding brengt vaak ook psychische veranderingen met zich mee. Het einde wordt veelal verhaast door een infectieziekte. Ondervoeding door voedselgebrek is nog steeds een mondiaal probleem van de eerste orde.

< >