Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-06-2020

obool

betekenis & definitie

[Gr. obolos], m. (obolen), Oudgriekse pasmunt; vroeger een zesde, nu een tiende van een drachme (e); in de Karolingische tijd en later geslagen zilveren munt van een halve penning.

(e) Bij de Grieken kregen overledenen een obool in de mond mee als veergeld voor Charoon.

< >