[Ital., hobo], m. (—s), blaasinstrument.
(e) Onder de oboe da caccia wordt verstaan de 18e-eeuwse althobo in F, met gebogen of hoekige vorm, de oboe d’amore is een →hobo in A (kleine terts lager dan de gewone hobo), en is vaak gekenmerkt door het peervormige bekeruiteinde.