Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

motorisch

betekenis & definitie

bn.,

1. bewegend, in beweging brengend: motorische kracht; het motorisch vermogen; (fysiologie) motorische zenuwen, die bewegingsimpulsen meedelen aan de spieren (tegenhanger: sensibel); motorische eenheid, groep spiervezels in een dwarsgestreepte spier die door één motorische zenuwvezel wordt bediend;
2. de motoriek betreffend of daarmee samenhangend: het motorische type, persoon waarbij indrukken van de spierzin overheersen (in tegenstelling met auditief en visueel type).

< >