groep zenuwcellen die door uitlopers (neurieten) in verbinding staan met bepaalde skeletspieren. Via deze uitlopers kan een impuls afgezonden worden naar een spier, die bij aankomst ervan samentrekt en aldus beweging veroorzaakt.
Motorische kernen ontvangen op hun beurt weer van hoger geschakelde zenuwcellen de opdracht tot het afzenden van impulsen. Zo zijn b.v. motorische kernen in de spinale ganglia ( ruggemerg) ondergeschikt aan motorische kernen in de hersenen.
