Ned. schrijfster, *28.1.1918 Amsterdam. May was aanvankelijk balletdanseres en mimekunstenares.
In 1956 debuteerde zij met poëzie die stilistisch verwantschap vertoont met het werk van de Vijftigers. Haar eerste roman, Het dubbelspoor, over de terugkeer van een joodse vrouw in het naoorlogse Berlijn, werd gevolgd door een reeks romans en verhalenbundels, waarin de verhouding man-vrouw en de problematische relatie van een jonge vrouw tot haar joodse vader tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog centraal staan. Werken: poëzie: Blues voor voetstappen (1956), Weerzien op een plastic huid(\951), Zingend als een zinkend schip (1960); Tijd voor een magnetisch vuur (1963), Grim (1969); proza: Dansen op het koord en andere verhalen (1965), Het dubbelspoor (1966), De tennisspelers of de som der mogelijkheden (1972), Mimicri (1973), De belegering (1975), Vader en dochter (1977); toneel: Interview tussen nul en zero (1964), De jaargetijden (1967).