m., (hist.) oorkonde waarin een vorst aan zijn onderdanen vrijheden waarborgde. Het bekendst is de majesteitsbrief van Rudolf n (1609), die de protestanten in Bohemen dezelfde rechten toekende als de katholieken.
De schending van deze majesteitsbrief door keizer Matthias en Ferdinand van Bohemen veroorzaakte een opstand (1618), die uitgroeide tot de Dertigjarige Oorlog.