v., samenvattende term voor een aantal misdrijven tegen de koninklijke waardigheid, m.n. belediging van de koning of koningin. In Nederland komt de term majesteitsschennis in het WStr niet voor, maar de artt. 111—113, 118— 119 WStr voorzien wel in strafbaarheid ter zake.
In België worden beledigingen jegens de koning bestraft door een wet van 6.4.1847, beledigingen jegens vreemde vorsten door een wet van 20.12. 1852.Majesteitsschennis wordt beschouwd als een politiek misdrijf, waarvan het hof van assisen kennis moet nemen. Een korte verjaringstermijn van drie maanden is voorzien, zie belediging.
