Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kuis'heid

betekenis & definitie

v., 1. reinheid;

2. deugd (der eerbaarheid) het zich bewust onthouden van geslachtsverkeer (e): de gelofte van — afleggen; de gezindheid daartoe.

(e) Voor wat de kuisheid betreft kunnen de gezichtspunten zeer verschillend zijn:

1. men beschouwt het seksuele verkeer als heilig, reden waarom het niet met andere heilige sferen in contact mag komen, omdat de gevolgen daarvan gevaarlijk zijn;
2. men meent door kuisheid grotere, vaak bovennatuurlijke macht op ander terrein te kunnen verwerven (zo verzamelde in India de asceet o.a. door kuisheid tejas (= energie), waardoor hij b.v. in staat was een medemens met zijn ogen te doden); zo was dikwijls tijdens de jacht en de oorlog kuisheid voorgeschreven;
3. kuisheid als vorm van absolute toewijding aan een godheid (in Rome de Vestaalse maagden; in de Rooms-Katholieke Kerk geestelijken, nonnen).

< >