v./m. (-en), verspanende bewerkingsmachine om gaten in werkstukken uit te draaien, waarbij in tegenstelling tot de draaibank het werkstuk stilstaat en het snijgereedschap beweegt.
(e) De kotterbank bestaat meestal uit een breed stijf bed waarop een spantafel in twee onderling loodrechte richtingen verplaatsbaar is. Een verticale kolom is aan de kopkant vast met het bed verbonden. Langs deze kolom kan een spilkop verticaal bewogen worden, zodat door combinatie van bewegingen van spantafel en spilkop ieder punt van het werkstuk dat op de spantafel is vastgeklemd door de kotterbeitel is te bereiken. In deze spilkop kan een horizontale kotterspil, waarop het snijgereedschap gemonteerd kan worden, axiaal worden bewogen. Een contragewicht in de verticale kolom maakt dat de bewegingen licht en snel uitvoerbaar zijn.
Moet men grote werkstukken kotteren, dan worden deze voor een grote kotterbank op de vlakplaat opgesteld. Deze kotterbank bestaat uit een kolom die over een langs de vlakplaat opgestelde geleiding bewegen kan. De spilkop is als bij de beschreven bank langs de kolom verticaal beweegbaar. De kotterbaar, de as waarin de beitel geklemd is, kan axiaal verschoven worden, zodat bij een vaststaand werkstuk gaten cilindrisch uitgekotterd kunnen worden.
Op beide typen is het mogelijk met een slagmes, een op een arm geplaatste beitel, een vlak haaks op de spil vlak af te werken. De nieuwste kotterbanken worden elektronisch bestuurd en zijn te gebruiken om te boren, kotteren, draaien, tappen en frezen.
