v./m. (mv.), Elateridae, grote familie van kevers, gekenmerkt door een langgerekte lichaamsvorm en door het vermogen om te ‘knip pen’.
(e) Bij de kniptorren is de onderzijde van de eerste borstring achterwaarts tot een stekel uitgetrokken. Deze stekel rust in een gleuf met openstaande ran den aan de onderzijde van de tweede borstring; daarenboven is de eerste borstring scharnierachtig met de tweede verbonden. Komt een kniptor op de rug terecht, dan wordt het lichaam snel gebogen, zodat alleen de eerste borstring en het midden van de dekschilden de grond raken en de rug hol staat, de stekel(s) rust dan op de randen van de gleuf. Nu spant het dier de rugspieren, daardoor schiet de ste kel met een knipgeluid in de gleuf; dit veroorzaakt een schokje, waardoor het dier in de hoogte gewor pen wordt om op korte afstand op de korte poten terecht te komen; sommige soorten gebruiken hun springapparaat ook, als zij op hun buikzijde liggen. In Nederland en België komt een groot aantal soor ten voor, die zich met planten voeden, vooral schadelijk zijn de larven, die men ‘ritnaalden’ noemt. In Amerika komt het geslacht Pyrophorus voor met organen die een zo helder licht uitstralen dat men er zelfs bij kan lezen. Bekend om de zeer fraaie kleuren zijn kniptorren van het geslacht Elater.