Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

klipdassen

betekenis & definitie

m. (mv.), Hyracoidea, een orde van zoogdieren.

(e) Hoewel klipdassen oppervlakkig lijken op knaagdieren, zijn zij verwant aan de olifanten en de zeekoeien. Klipdassen hebben twee wortelloze snijtanden in de bovenkaak en vier in de onderkaak, terwijl hoektanden ontbreken (groot → diasteem); de kiezen lijken op die van de neushoorn. De voor voet heeft vier, de achtervoet drie hoefachtige tenen en opvallende zolen. De oren zijn kort, het gezicht is vrij spits en de staart is gereduceerd. De maag is tweekamerig (bladeters). Klipdassen zijn rots en boombewoners; de rotsbewoners leven in kolonies, de boombewoners min of meer solitair.

Er worden drie geslachten ( elf soorten) onderscheiden. Alle soorten bewonen Afrika, één komt voor van Kenia en Ethiopië tot in Syrië (Procavia syriacus); deze laatste is al in de bijbel vermeld. De Kaapse klipdas (Procavia capensis) heeft een lengte van ca. 50 cm en kan tot 4 kg wegen. Deze rotsbewoner brengt na een draagtijd van 7,5 maanden (zeer lang voor een klein dier!) 16 jongen terwereld. Boomklipdassen (geslacht Dendrohyrax) zijn kleiner en in hun verspreiding beperkt tot bossen of tenminste de aanwezigheid van grote bomen. In het algemeen vertonen klipdassen een grote variatie in kleur, tekening en afmetingen.

LITT.H.Hahn, Von Baum, Busch und Klippschliefern (1959); J.du P.Bothma, Mammals of Africa. Order Hyracoidea (1971).

< >