[➝Oudno. eta, eten, dus: de Vreter], in de Scandinavische mythologie reuzen wier voornaamste eigenschap de gulzigheid is. Zij zijn oorspronkelijk de demonen van de ongecultiveerde natuur.
Zij strijden tegen de goden, die, althans ten dele, de gecultiveerde natuur verpersoonlijken. Als parallel van deze fysieke strijd tussen een god en reuzen heeft zich later een geestelijke wedijver tussen hen en de god Odin ontwikkeld, waarin de reuzen zich kenmerken door grote kennis van het verleden, gepaard aan beperktheid van verstand en inzicht (aldus in de Odinsliederen van de Edda).