Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

eta

betekenis & definitie

[Jap., vol met vuil], o. (mv.), ben. voor een vm. Japanse pariakaste, die ook na haar formele gelijkstelling in 1871 de status van verachte minderheid behield.

De eta, met een minder denigrerende naam ook burákumin (mensen die in een gehucht wonen) genoemd, waren de allerlaagste groep van het traditionele Japanse sociale systeem. Ondanks tegengestelde beweringen wijken zij fysiek in niets af van de andere Japanners. De opvatting dat zij afstammen van Koreanen die tussen de 4e-7e eeuwn.C. als gevangenen en slaven naar Japan zijn gevoerd, is onjuist. De eta stammen af van beroepsgroepen die verachte beroepen, zoals dat van slager, vilder of leerlooier, uitoefenden. Zij zijn nog steeds oververtegenwoordigd in de lederwarenbranche en wonen overwegend in afzonderlijke wijken, die een gettoachtig karakter dragen en vroeger zelfs als witte plekken op de kaarten voorkwamen. Alleen degenen onder hen die erin slagen om hun afkomst te verbergen, zien kans zich te assimileren. Japan telt zeker enkele miljoenen eta.

LITT. G.de Vos enH.Wagatsuma, Japan’sinvisible race (1966; 2e dr. 1972).

< >