Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Jakobus

betekenis & definitie

mansnaam gedragen door o.a. enkele nieuw-testamentische personen en door verscheidene koningen.

Jakobus de meerdere (ook: Sint-Jakob), een van de twaalf apostelen, zoon van Zebedeüs en Salome, oudere broeder van de apostel Johannes; oorspronkelijk visser. Met Petrus en Johannes vormde hij de kring van Jezus meest vertrouwde leerlingen, die bij enkele bijzondere gelegenheden in diens tegenwoordigheid mochten zijn (Marc.5,37; 9,2; 14,33). Dat Jakobus in de gemeente Jeruzalem een aanzienlijke plaats innam, kan blijken uit het feit, dat hij nog vóór Petrus gevangengenomen werd door koning Herodes Agrippa I, die hem, om te Jeruzalem de gunst van de joden te verwerven, in 42 door het zwaard liet ombrengen (Hand.12,2).

Volgens de traditie zou hij in Spanje het evangelie verkondigd hebben. Zijn gebeente zou in de 9e eeuw te Santiago de Compostela zijn teruggevonden. In de middeleeuwen was dit de populairste bedevaartplaats van geheel West-Europa. Feestdag: 25 juli. Jakobus de mindere, zoon van de andere Maria, over wie niets naders gemeld wordt (Marc.16,1). Jakobus, een van de apostelen, zoon van Alfeüs (Matt.10; Mare.3, Luc.6, Hand.1). Sommigen houden hem voor dezelfde als Jakobus de mindere.

Jakobus, een van de broeders van Jezus die aanvankelijk weinig met diens optreden op had. Na Petrus vertrek werd hij leider van de christengemeente te Jeruzalem en ontving volgens de latere overlevering, van de joden, bij wie hij om zijn wettische gestrengheid in ere was, de bijnaam van de Rechtvaardige. Hij stond dichter bij de joodse godsdienst dan Paulus, die met zijn judaïsme in botsing kwam. Jakobus had veel invloed op het apostelconvent. Men zag in hem een nazireeër. Hij werd als martelaar van de tinnen van de tempel geworpen en gestenigd (ca.62), zoals de joodse geschiedschrijver Flavius Josephus vermeldt (Antiquitates xx, 9,1). Enkele geschriften worden, waarschijnlijk ten onrechte, aan hem toegeschreven: een tweetal brieven en een evangelie.

LITT. J.Blinzler, Die Brüder und Schwestern Jesu (1967).

ENGELAND Jakobus I, koning van Engeland en Ierland (160325) en als Jakobus VI koning van Schotland (1567— 1625), *19.6.1566 Edinburgh, ♱27.3.1625 Theobalds; zoon van Maria Stuart en haar tweede echtgenoot Darnley. Na de gedwongen afstand van zijn moeder volgde Jakobus haar op. Hij werd anglicaans opgevoed en in 1579 meerderjarig verklaard. In 1589 huwde hij Anna van Denemarken. Jakobus was aanvankelijk een pion in de machtsstrijd van de Schotse facties, maar wist toen hij volwassen was de adel en de presbyteriaanse geestelijkheid te beteugelen. In 1603 volgde hij de kinderloze Elisabeth i op in Engeland, waar hij zijn denkbeelden over de absolute macht van de vorst en diens onaantastbare positie als hoofd van de Anglicaanse Kerk in praktijk bracht.

Hierdoor raakte hij in conflict met het parlement, dat van 1610—21 nauwelijks werd geraadpleegd, en met de rechterlijke macht. Hij ging over tot de vervolging van puriteinen en zich niet conformerende rooms-katholieken (verijdeling van de →Gunpowder plot). Jakobus voerde een wisselvallige buitenlandse politiek en zocht na 1618 toenadering tot Spanje. Deze politiek was weinig populair en leidde in 1621 tot een ernstig conflict met het parlement. Na 1623 keerde hij zich af van Spanje. Jakobus, die vanaf 1616 sterk onder invloed stond van zijn gunsteling →Buckingham, was na 1623 niet meer in staat leiding te geven. Werken: The essays of a prentice (1585), The true law of free monarchies (1599), Basilikon Down (1603).

LITT. D.H.Willson, King James VI & I (1956); C. Bingham, The making of a king (1968); A.G.Smith (red.), The reign of James VI and I (1973). Jakobus II, koning van Engeland (1685—88), *14.10. 1633 Londen, ♱l6.9.1701 Saint-Germain; tweede zoon van Karel I. Jakobus, hertog van York, vluchtte tijdens de Engelse Burgeroorlog naar de Nederlanden. Hij trad in Franse, en na 1655 in Spaanse militaire dienst. Na de restauratie van 1660 beheerde hij de Engelse marine.

Als admiraal behaalde hij successen in de tweede en derde oorlog tegen de Ned. Republiek. Jakobus ging over tot het roomskatholieke geloof en nam ontslag na de doorvoering van de →Test Act (1673). Door zijn (tweede) huwelijk, met de katholieke Maria d’Este, nam de angst voor een katholieke samenzwering (Popish plot) toe, waardoor Jakobus tijdelijk moest uitwijken. Jakobus werd bij de dood van Karel i als koning aanvaard, nadat hij beloofd had de bestaande verhouding tussen Kerk en Staat te eerbiedigen. Hij stelde echter in strijd met de Test Act rooms-katholieken op hoge functies aan en gaf, ondanks protest van het parlement, met de Act of Indulgence geloofsvrijheid aan rooms-katholieken en protestantse dissenters.

Bovendien was hij Fransgezind, zodat zowel Whigs als Tories in verzet kwamen tegen hem. Toen bovendien door de geboorte van een zoon (10.6.1688) alle hoop op protestantse opvolging verdween, verzocht een aantal vooraanstaande Engelsen Jakobus schoonzoon, de Ned. stadhouder Willem in, de rechten van de Engelse natie en van zijn vrouw Mary gewapenderhand te beschermen (→Glorious Revolution). Toen Willem Engeland binnenviel (nov. 1688), kreeg Jakobus nauwelijks steun en moest hij naar Frankrijk vluchten. De troon werd hierop vacant verklaard en vervolgens door Mary en Willem bezet. Jakobus trachtte in 1689 vanuit het rooms-katholieke Ierland zijn troon te heroveren, maar werd op 1.7.1690 door Willem aan de Boyne verslagen. Hij eindigde zijn leven als balling in Frankrijk. LITT. F.C.Turner, James n (1948); D.Ogg, England under the reigns of James II and William II (1955); M.Ashley, James II (1977).

Jakobus III, bijgenaamd the Old Pretender, Engels troonpretendent, *10.6.1688 Londen, ♱2.1.1766 Rome; zoon van Jakobus n. Jakobus werd na zijn vaders dood door Lodewijk xiv van Frankrijk en andere rooms-katholieke vorsten erkend als koning van Groot-Brittannië en Ierland. Tijdens de Spaanse Successieoorlog werden zijn aanspraken door Frankrijk gebruikt tegen Engeland. Bij de Vrede van Utrecht (1713) moest Frankrijk de protestantse Engelse koning(in) erkennen en Jakobus uitwijzen. Na de dood van koningin Anna (1714) poogde Bolingbroke tevergeefs de Stuarts te herstellen. Een jakobitische opstand in Schotland, waarheen Jakobus zich eind 1715 begaf, mislukte.

Jakobus vestigde zich te Rome. Na de dood van zijn vrouw (1735) trok hij zich terug, zodat de hoop der jakobieten werd gevestigd op zijn zoon Karel Eduard Stuart, the Young Pretender.

LITT. B.Bevan, King James the Third of England (1967).

SCHOTLAND Jakobus I, koning van Schotland (1406-37), *1394 Dunfermline, ♱(verm.) 20.2.1437 Perth; zoon van Robert lil. Jakobus werd in 1406 door zijn vader uit veiligheidsoverwegingen naar Frankrijk gezonden, maar onderweg door de Engelsen gevangengenomen. Door de dood van zijn vader werd Jakobus nog hetzelfde jaar koning, maar zijn oom, regent Albany, deed geen moeite om hem vrij te krijgen. Aan het Engelse hof ontving Jakobus een uitstekende opvoeding en onderscheidde zich als dichter, o.m. in The king is quair, een allegorisch gedicht over een liefde. Na het overlij den van Albany (1420) werd Jakobus uiteindelijk in 1424 tegen betaling van losgeld in vrijheid gesteld. Zijn regering werd gekenmerkt door een reeks conflicten, met Engeland over het losgeld, met de paus doordat hij pleitte voor groter onafhankelijkheid van de Schotse Kerk, en vooral met de adel, die hij streng aanpakte ten voordele van een gecentraliseerde staat.

Jakobus werd vermoord op instigatie van ontevreden edelen. LITT. E.W.M.Balfour-Melville, James I, king of Scots (1936).

Jakobus II, koning van Schotland (1437-60), *16.10. 1430 Holyrood, ♱(gesn.) 3.8.1460 Roxburgh; zoon van Jakobus II. Na een periode van regentschap nam Jakobus in 1449 het bewind in handen en huwde hetzelfde jaar met Maria van Gelre, nicht van Filips de Goede. Hij zette de centralisatiepolitiek van zijn vader voort en voerde daarom een hevige strijd met het huis Douglas. Dit conflict bepaalde ook zijn standpunt in de →Rozenoorlogen, waar hij aan de zijde stond van de Lancasters.

Jakobus III, koning van Schotland (1460-88), *1451, ♱(verm.) 11.6.1488 Sanchieburn; oudste zoon van Jakobus II. Na een regentschap tot ca. 1469 nam Jakobus het bestuur in handen en raakte verwikkeld in een strijd met de adel, aangevoerd door zijn eigen broers. Hij liet hen in 1479 arresteren, maar Alexander, hertog van Albany, ontsnapte en werd door Eduard iv van Engeland als koning van Schotland erkend en gesteund bij een inval in Schotland. Na Eduards dood (1483) werd Albany als landverrader door het Schotse parlement ter dood veroordeeld. Jakobus voerde sindsdien een vredespolitiek jegens Engeland, wat tot een opstand van de adel leidde. Jakobus werd verslagen bij Sanchieburn en tijdens de vlucht door onbekenden vermoord.

< >