Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

houtboorders

betekenis & definitie

m. (mv.), Cossidae, vlinderfamilie, waartoe een honderdtal, voornamelijk Australische soorten behoren, waarvan de tekening vaak op boomschors lijkt.

(e) De rupsen van de houtboorders zijn groot, nagenoeg kaal en onopvallend van kleur. Zij leven in plantestengels en wortels, maar ook in de stammen en takken van bomen, waar zij zeer schadelijk kunnen zijn. In de Benelux is de wilgehoutrups (Cossus cossus) algemeen; het wijfje produceert tot 1000 eieren; de rupsen (8 cm lang) leven met soms honderden bij elkaar in de stammen van wilgen, populieren en fruitbomen. Meer gespecialiseerd op vruchtbomen is de rups van de tijgervlinder of gele houtrups (Zeuzera pyrina). houtbord, o., een bordsoort (→papier) gemaakt van gebleekte witte houtslijp, dat in één laag gegoten of in lagen geplakt wordt en met kalanders geplet; het is zwak en bros en breekt onmiddellijk op de vouw.

< >