Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hoorbaar

betekenis & definitie

bn. en bw., te horen, gehoord kunnende worden: het kloppen van zijn hart was —; het geluid was nauwelijks —; hij is niet —, hij leest of spreekt niet duidelijk genoeg om verstaan te worden; (bw.) op voor het gehoor waarneembare wijze: mijn hart klopte -.

< >