Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hoogterras

betekenis & definitie

o. (-sen), fluvioglaciale afzetting uit de voorlaatste ijstijd (Riss, Saaie), die m.n. in de Alpen tegen de dalwanden de indruk geeft van een hoog terras.

(e) Het hoogterras is niet het hoogste terras. De grootste delen van de dalen wordt ingenomen door het laagterras uit de laatste ijstijd (Würm, Weichsel). De term hoogterras is in Nederland voor de grote puinwaaier van Rijn-Maas-Schelde, die buiten de rivierdalen de oppervlakte van Zuid-Limburg vormt, in onbruik geraakt.

< >