o. (-en), beweegbaar stuurvlak waarmee de neus van het desbetreffende vliegtuig of luchtschip omhoog en omlaag kan worden gericht. (e) Door een andere stand van het hoogteroer zal tot een bepaalde graad de draagkracht worden vergroot of verkleind, en zal het luchtvaartuig bij overigens een luchtdruk van 500 mbar (0,05 ongewijzigde omstandigheden (o.a. bij hetzelfde
motorvermogen) gaan stijgen resp. dalen. Ook de snelheid zal resp. gaan afen toenemen. Het hoogteroer is dus eveneens een soort van snelheidsroer.