Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Hensen, Herwig

betekenis & definitie

eigenlijk: Florent Constant Albert Mielants jr., Vlaams dichter en toneelschrijver, *22. 1.1917 Antwerpen. Hensen doceert wiskunde te Antwerpen en dramaturgie te Brussel.

Hij is auteur van een uitgebreid oeuvre dat hoofdzakelijk bestaat uit poëzie en toneel. Zijn toneel is klassiek naar de thematiek, maar modern wat de probleemstellingen betreft. Zowel in zijn poëzie als in zijn toneelwerk houdt hij zich bezig met filosofische vraagstukken en zoekt hij naar een universeel verband tussen alle dingen. Werken: poëzie: Gedichten I en II (1947; waarin De cirkel tot Narkissos, 1938), Hamlet in den spiegel (1939), De dubbele vaardigheid (1940), Oefeningen naar binnen (1940), Het voorbeeldig bestand (1941), Het onvoorwaardelijk begin (1942), Lof der gereedheid (1945), Daidalos (1948), Alles is verband (1951), Orpheus in dit avondland (1955), Het venster (1958), De appelboom (1963), Geworpen in deze wereld (1967), Papieren vogel op de hand (1971), Tussen wanhoop en verrukking (1977); toneel: Antonio (1942), Don luan (1943), Lady Godiva — koningin Christina Polykrates (1946), Alkestis — Agamemnoon Tarquinius (1953), De aarden schaal — De andere Jehanne — Sodom en Gomorra (1959), Het woord vrijheid — De rebel Gods Morgen kan het te laat zijn (1963), Kasteel te koop (1967), De rattenvanger van Hamelen(1972), Halleluia, wij zijn gered (1973).LITT. F.Closset, H.Hensen (1965).

< >