Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

spiegel

betekenis & definitie

m. (-s),

1. voorwerp van gepolijst metaal of van glas met een preparaat daarachter, dat door

terugkaatsing beelden vormt van de voorwerpen die zich ertegenover bevinden (e); blinken als een — ; fig.: iemand een voorhouden, hem het verkeerde van zijn gedrag laten zien;

2. glad, ongerimpeld wateroppervlak;
3. waterspiegel;
4. spiegelbeeld: de ogen zijn de spiegels van de ziel, de ogen openbaren wat in het gemoed omgaat;
5. omlijst veld of vlak, b.v. een omlijst deurpaneel;
6. het vlakke gedeelte boven de achtersteven van sommige soorten van schepen: men bouwt thans jachten met platte —;
7. druk-, zetspiegel;
8. plek met afwijkende beharing of kleur op de achterdelen van dieren; (bij eenden) plek op de vleugel door de eigenaardige kleur en tekening van de armpennen gevormd;
9. (geneeskunde) gehalte van het bloed aan bepaalde stoffen: suikerspiegel.

CULTUUR. De vroegste spiegels waren klein van formaat en van gepolijst metaal gemaakt. Dit type was tot in de 17e eeuw gangbaar. Het model was zeer gevarieerd. Sinds de 13e eeuw werden ook spiegels gemaakt van bergkristal. Waarschijnlijk werd in Duitsland de glazen spiegel, waarvan de achterzijde met metaal (tinfolie) werd bedekt, uitgevonden. Twee inwoners van Murano (bij Venetië) die het maken van zulke spiegels in Duitsland hadden geleerd, kregen in 1507 hiervoor een patent.

Daardoor had Venetië gedurende ca. 150 jaren een monopolie op dit gebied. In de 17e eeuw ging men in Engeland spiegels vervaardigen. In Frankrijk werkten sinds 1664 Venetiaanse spiegelmakers zodat ook daar een eigen industrie op gang kwam. De spiegel kwam in zwang in de wanddecoratie (Galerie des Glacés in het paleis van Versailles). Spiegelkabinetten waren m.n. in de 18e eeuw geliefd. In die tijd verving de vaste spiegel veelal het geschilderde schoorsteenstuk.

Tot in de 18e eeuw kon men (spiegel)glas niet in grote formaten maken. Als grote spiegels gewenst waren, dan maakte men deze uit verscheidene glasplaten die in één lijst werden gevat. Soms werden de spiegels gedecoreerd door ze te slijpen of ze te beschilderen. Schilderingen werden achter het glas aangebracht. In navolging van dit type zijn in de laatste jaren spiegels in de handel die zijn beschilderd met 19e-eeuwse of moderne motieven.

NATUURKUNDE.

De vlakke spiegel bestaat meestal uit een aan de achterzijde verzilverde vlakke glazen plaat. Bevindt zich vóór de spiegel (S) een lichtend punt L, dan worden de hiervan uitgaande lichtstralen aan die spiegelende laag teruggekaatst. Het oog van de waarnemer wordt getroffen door een bundel lichtstralen, die alle schijnen te komen van een punt B dat achter de spiegel ligt, het spiegelbeeld van L. De lijn BL staat altijd loodrecht op het vlak van de spiegel en B ligt even ver achter de spiegel als L er vóór ligt. Omdat de lichtstralen niet werkelijk uit B komen maar slechts schijnbaar, noemt men B een virtueel beeld.

Een holle spiegel heeft als spiegelend oppervlak een stuk van een bol met middelpunt M. Valt hierop een evenwijdige lichtbundel, dan worden de stralen hiervan naar één punt F, het brandpunt, teruggekaatst. Het punt F ligt op een afstand gelijk aan de halve straal van het middelpunt M verwijderd. Ook de holle spiegel kan een beeld vormen van een vóór de spiegel staand voorwerp. Staat het voorwerp tussen het brandpunt en de spiegel, dan ontstaat een rechtopstaand, virtueel beeld achter de spiegel, dat echter hier groter is dan het voorwerp. Ook wordt als spiegelend oppervlak een paraboloïde toegepast, b.v. om een evenwijdige bundel zeer precies in één punt te concentreren of omgekeerd (zoeklicht). ➝aberratie.

Een bolle spiegel heeft ook een brandpunt, dat evenwel virtueel is, d.w.z. achter de spiegel ligt, en wel op een afstand gelijk aan de halve straal van de spiegel. Van elk voorwerp ontstaat een rechtopstaand, verkleind, virtueel beeld achter de spiegel. TECHNIEK. Spiegels worden vervaardigd door een plaat goed spiegelglas eenzijdig van een laagje zilver of zilverachtig materiaal te voorzien. Vroeger was het gebruik van een tinamalgaam (spiegelolie) daarvoor zeer algemeen. Tegenwoordig wordt meestal een langs chemische weg uit een zilveroplossing door reductiemiddelen neergeslagen zilverlaag toegepast. Een laagje lak of vernis op de spiegelende laag dient om deze tegen weersinvloeden te beschermen. Bij de gewone spiegel bevindt de spiegelende laag zich achter het glas, zodat de heenen teruggaande lichtstralen dit tweemaal moeten doorlopen.

Hierdoor kunnen storingen in de beeldvorming optreden (dubbelbeelden), waardoor dergelijke spiegels in optische instrumenten meestal onbruikbaar zijn. Men gebruikt dan spiegels waarvan de spiegelende laag aan de voorzijde van het glas of van het metaal is aangebracht, wat ook door opdampen in vacuüm kan geschieden, of men maakt gebruik van totaal reflecterende prisma’s (b.v. prismakijker). De spiegelende laag wordt thans beschermd door opdampen in vacuüm van SiO.

< >