m., de ben. voor de verschillende middelen die tot het heil leiden.
(e) In de godsdienstwetenschap wordt de heilsweg onderscheiden in:
1. de weg van de handelingen, waartoe enerzijds cultus en riten, feesten en bedevaarten, anderzijds ook ascetische en meditatiepraktijken en voorts morele en sociale verplichtingen behoren;
2. de weg van de voorstellingen, waartoe worden gerekend allerlei vormen van kennis, inzicht (→gnosis) en geloof. De twee wegen komen meestal in combinatie voor.