Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Hartmann, Nicolai

betekenis & definitie

Duits filosoof, *20.2.1882 Riga (Letland), ♱lO.10.1950 Göttingen. Hartmann studeerde te Sint-Petersburg, Dorpat (Estland) en Marburg.

Hij werd in 1920 hoogleraar te Marburg, in 1925 te Keulen, in 193l’te Berlijn en in 1945 te Göttingen. Van huis uit was Hartmann neokantiaan; hij ging onder invloed van Husserl en Scheler steeds meer in de richting van de →fenomenologie. In zijn ontologie is hij de overtuiging toegedaan dat in de kennis de principes van het zijn ontwikkeld worden. De wereld van de verschijnselen bestaat uit elkaar opvolgende zijnslagen (Seinsschichten: anorganisch, organisch, geestelijk), elk met een eigen categorieëncomplex. Toch blijkt het menselijk denken niet bij machte het zijn in zijn geheel te vatten: er blijft een onbegrijpelijke rest, die het denken niet uit de weg moet gaan.Hartmanns ethiek belichaamt het pogen terug te keren tot de evidentie van de onmiddellijke zedelijke ervaring. De problemen van het goede en van de vrijheid beheersen zijn ethiek. In zijn Ethik stelde hij een waardenleer op, waarin zijn uitwerking van een rangorde van waarden met waardesynthesen van groot belang gebleken is.

Omdat de ethiek autonoom is, vormen religie en ethiek een antinomie; God is geen persoon, maar het negatieve grensbegrip van de persoonlijkheid; de mens alleen is drager van morele waarden. Werken: Grundzüge einer Metaphysik der Erkenntnis (1921), Ethik (1925), Ontologie (4 dln. 1935—50), Teleologisches Denken (1951), Philosophische Gespräche (1955), Kleinere Schriften (1955-58), Der philosophische Gedanke (1968). LITT. A.P.M.Kievits, Ethiek en religie in de filosofie van N.Hartmann (1947); H.Heimsoeth e.a., N. Hartmann, der Denker und sein Werk (1952); K. Kanthack, N.Hartmann und das Ende der Ontologie (1962); I.Wirth, Realismus und Apriorismus in N.Hartmanns Erkenntnistheorie (1965); E.Hammerkraft, Freiheit und Dependenz im Schichtdenken N.Hartmanns (1971); R.Gamp, Die interkategoriale Relation und die dialektische Methode in der Philosophie N.Hartmanns (1973); S.U.Kang, Nächstenliebe und Fernstenliebe (1974).

< >