v.. (-s, -siën), kneuzing van het hart. (e) Hartcontusies komen het meest voor als gevolg van verkeersongelukken. Daarbij kunnen in de hartspier kleine of grotere bloeduitstortingen ontstaan, die geen ernstige of blijvende gevolgen behoeven te hebben, tenzij ook andere structuren van het hart worden beschadigd.
Afscheuring van de holle ader, of losscheuren van een hartklepspiertje leidt in de meeste gevallen zeer snel tot de dood. Het dragen van autoveiligheidsgordels lijkt het meest doeltreffend ter voorkoming van hartcontusies.