(hapte, heeft gehapt), (onoverg. en o verg.)
1. met de zich sluitende mond naar iets grijpen, bijten, die hond naar alles; naar lucht, naar adem snakken; lucht gaan -, in de buitenlucht gaan;
2. een gretige beet doen: in een stuk koek —.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: