Deens schrijver, *20. 8.1909 Stroby, ♱27.6.1955 Kopenhagen; van boerenafkomst. Hansen was onderwijzer in Kopenhagen.
Hij schreef aanvankelijk sociale streekromans. In zijn latere werk komt zijn levensbeschouwing naar voren: hij zag de gespletenheid en vervlakking van de moderne mens als een gevolg van het gebrek aan contact met de natuur, volkstradities en religie. Zijn werk heeft vaak een mystieke inslag. Hansen heeft ook novellen en essays geschreven, en een cultuurhistorisch werk over de heidense en christelijke periode van de Scandinavische middeleeuwen. Werken: romans: Jonatans rejse (1941), Lykkelige Kristoffer (1945; Gelukkige Kristoffer), Løgneren (1950; Ned. vert. Het vreemde leven 1951); novellen: Tornebusken (1946; De doornstruik), Agerhonen (1947; De patrijs), Efterslæt. Sidste noveller og skildringer (1959; Na-oogst); essays: Tanker i en skorsten (1948; Gedachten bij een schoorsteen),Leviathan (1950); reisbeschrijving: Rejse på Island (1954).LiTT. V.Hellern, M.A.Hansen (1958); C.M.Woel,
M.A.Hansen (1960); O.Wivel, M.A.Hansen (1967).