m. (-en),
1. als sieraad om de hals gedragen lint of snoer (→halssieraad); (scherts.) een rode krijgen, onthoofd worden;
2. metalen of leren band om de hals van een dier m.n. van een hond, om het daaraan te leiden: een — met de naam van de eigenaar; ijzeren band om een stuk hout; ijzeren, in een muur of stijl bevestigde beugel, waarin de bovenhar van een deur draait (zoals bij een ijzeren hek, een sluisdeur enz.);
3. band of hoepel om een vat, tussen een van de bodems en het midden, halsbel, v./m. (-len), bel aan de hals van koeien, schapen enz.