Indiase staat, 187115 km2, 27 mln. inw. (m.n. hindoes). Hoofdstad: Gandhinagar. Men kan drie delen onderscheiden: de schiereilanden Kutch en Kathiawar in het noorden en de kustvlakte van Gujarat. In de zomermaanden valt de moessonregen. Meer dan 25 % van de bevolking woont in steden, waarvan er zes meer dan 100000 inw. tellen; Ahmadabad (vm. hoofdstad, 1,7 mln. inw.), Baroda, Surat, Rajkot, Bhavnagar en Jamnagar. In hoofdzaak spreekt men Gujarati. Er zijn drie universiteiten; de universiteit van Baroda is bekend door haar uitgaven van Sanskriet-teksten.
Van de beroepsbevolking werkt 58 % in de agrarische sector, 15 % in de industrie, 9 % in de handel en 2 % in het transport. Gujarat is in de eerste plaats het gebied van de katoenbouw, daarnaast worden sorghum, peulvruchten, grondnoten, maïs en rijst verbouwd. De belangrijke delfstoffen zijn mangaan, kalksteen, zout en aardgas en aardolie rondom de Golf van Cambay. Grote katoenfabrieken staan in Ahmadabad, Baroda en Surat.
Kandla, op het schiereiland Kutah, is een van de zeven grote havens van India. De haven zal vergroot worden om de goederenomslag van Bombay te ontlasten. Een irrigatieproject bij Kakrapara aan de Tapti is in uitvoering. De spoorweg Delhi-Bombay loopt langs de grote steden van Gujarat. GESCHIEDENIS. In 1948 werden de vele staatjes op Kathiawarschiereiland verenigd tot de staat Saurashtra (mooi land), terwijl het overige gebied gevoegd werd bij Bombay, inclusief het vorstendom Baroda, waar een nakomeling van de Mahratten regeerde. In 1956 werd ook Saurasthra bij Bombay gevoegd. In 1960 werd Bombay-staat in tweeën gedeeld: het hier beschreven gebied werd de staat Gujarat, van het overige (inclusief de stad Bombay) werd de staat Maharashtra gevormd.
