Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

groteske

betekenis & definitie

v./m. (-n),

1. grillige, fantastische figuur, gedrochtelijke dierof mensgedaante, geschilderd, getekend of in beeldhouwwerk of pleister; ook wel in litteratuur en muziek (e);
2. blokletter.

(e) BEELDENDE KUNST. De term groteske wordt gebruikt voor het ornament dat gedurende de renaissance in de decoratieve stijl werd opgenomen toen men op het eind van de 15e eeuw opnieuw de antieke wandversieringen van Romeinse huizen ontdekte. De groteske is het ornament waarmee men grote wandoppervlakken symmetrisch kan bedekken, waarbij de elementen een zuiver decoratieve betekenis hebben en bestaan uit vlechtwerk, schijnarchitectuur, lichte constructies van staven en banden, afgewisseld met guirlanden, trofeeën, mascarons, saterfiguren en fabeldieren, met veelvuldige toepassing van cartouches. ● In Italië werd deze decoratie in eerste instantie door Rafaël in de loggias van het Vaticaan en in de Villa Madama te Rome in ruime mate toegepast. Dit vond veel navolging en in geheel Westen Midden-Europa werd de groteske ook als versiering toegepast in de meubelkunst (intarsia).

● In Vlaanderen spreekt men van de florisstijl (Cornelis II →Floris de Vriendt, P.→Coecke van Aelst). ● In Holland zijn de vertegenwoordigers o.a. Cornelis →Bloemaert en H.→Vredeman de Vries. Decoraties met grotesken zijn in de lodewijkstijlen tot ca. 1800 toe blijven bestaan. LETTERKUNDE. De groteske is een genre dat in overdrijvende vorm ogenschijnlijk onverenigbare delen op humoristische wijze samenvoegt, in kort proza of puntige verzen. Kenmerkend is de grillige overgang van vormvastheid naar vormloosheid en van het zinvolle naar het zinloze. De groteske is enerzijds te beschouwen als een reactie tegen ieder geloof in de ratio, anderzijds als een uiting van vervreemding van het aardse. Vrijwel alle romantici waren meesters in dit genre, in het bijzonder de Duitser J.P.Richter en de Amerikaan E.A.Poe. In de Ned. litteratuur zijn grotesken geschreven door o.a. De →Schoolmeester, Paul van →Ostaijen, Gerrit →Komrij in Op de planken (1973) en Jan G.→Elburg in zijn prozabundel Praatjes kijken (1974). LITT. W.Kayser, Das Groteske, seine Gestaltung in Malerei und Dichtung (1957; 2e dr. 1961); F.Piel, Die Ornament-Groteske in der ital. Renaissance (1962); P.Thomson, The grotesque (1972).

< >