Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

grootoorvos

betekenis & definitie

m. (-sen), kleine grijsbruine grootorige vos van de savannen van Zuidtot NoordoostAfrika.

(e) De grootoorvos, Otocyon megalotis, voedt zich voornamelijk met insekten, eet ook hagedissen, kleine knaagdieren, op de grond broedende vogels, vruchten en bollen. Hij is grotendeels een nachtdier, overdag zonnend bij de ingang van het hol. De →fennek wordt foutief ook wel als grootoorvos aangemerkt.

< >