Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

graanvrucht

betekenis & definitie

v./m. (-en), (ook: grasvrucht), de voor Gramineae karakteristieke vrucht (‘graankorrel’).

(e) De graanvrucht (caryopsis) is een droge, eenzadige, niet-openspringende vrucht, waarbij de zaadhuid met de vruchtwand is vergroeid. De graanvrucht wordt hoogst zelden wat vlezig. Door het dorsen komen de vruchten van b.v. tarwe uit de aren te voorschijn (zij zaten eerst tussen de droge kafjes). Deze tarwekorrels worden door het malen van vruchtwand en zaadhuid ontdaan (zemelen); tevens wordt het uit koolhydraten bestaande →kiemwit tot meel verpoederd. →vrucht.

< >