Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

geldscheppende instellingen

betekenis & definitie

instellingen die in staat zijn eigen verplichtingen met geldkarakter in omloop te brengen (➝geldschepping). Zij hebben op hun balansen passiva, die in het maatschappelijk verkeer als ➝geld dienst doen.

Als zodanig kunnen in meer ontwikkelde volkshuishoudingen worden beschouwd de geldscheppende kredietinstellingen: de ➝circulatiebank (emittent van bankbiljetten) en ➝algemene banken, ➝landbouwkredietinstellingen of coöperatieve banken, ➝giro-instellingen e.d. (➝giraal geld in de vorm van rekening-couranttegoeden). De staat wordt eveneens tot de geldscheppende instellingen gerekend, niet vanwege het verrichten van betalingen uit het bij de centrale bank aangehouden tegoed in rekening-courant, dat niet tot de maatschappelijke geldhoeveelheid wordt gerekend (in dat geval is nl. de centrale bank de geldscheppende instelling), maar als emittent van munten en eventueel muntbiljetten, die echter via de centrale bank en de postkantoren in circulatie worden gebracht, ➝liquiditeitscheppende instellingen.In België worden daartoe o.a. tevens gerekend: het Muntfonds, het Herdisconteringsen Waarborginstituut, en de Nationale Kas voor Beroepskrediet.

< >